Friday, December 30, 2005

Dogma's

Alles is al geschilderd, maar is daar ook allemaal naar gekeken?
Giacomo di Lindini

Gerhard Richter is voor de schilder als mes en vork voor het diner: je kunt in theorie wel zonder, maar dat is niet erg efficient.
Giacomo di Lindini

Thursday, December 22, 2005

Sloganismen

Waarheid

"Schrijven over muziek is als dansen over architectuur"
Frank Zappa
"Art theory for the artist is like ornithology for the birds"
Barnett Newman

Nochthans:

"Meine Bilder sind kluger als ich"
Gerhard Richter
"Ik eet nog steeds met mes en vork, ik schilder nog steeds met verf en penseel"
Gerhard Richter
"Kunst is het cybernaal atavistisch principe dat vloeit in de structuren van het deoxyribonucleinezuur"
Salvador Dali

Maarrrrr:

"Zij, die hun waarheden in slogans verpakken, moeten tot op het bot worden gewantrouwd."
Giacomo di Lindini

Wednesday, December 07, 2005

Gezwam..

Niets is zo ouderwets als de zucht naar het nieuwe” Boris Groys
Er is parallellisering gaande tussen de kapitalistische cultuur, waarin een constant verlangen naar het nieuwe om het oude te vervangen prevaleert boven een in verwondering omzien naar geslaagde concepten in het verleden. De kunst en de kapitalistische cultuur hebben dit fenomeen gemeen. Kijk maar eens naar culturen waarin vernieuwing onder druk van kapitalisering geen plaats heeft, bijvoorbeeld voormalig Rusland of de DDR. Geologisch onderdeel van Europa maar cultureel verschillend als mogelijk is. Vernieuwingsdrang is in het socialistisch realisme uit den boze. Minachtend hebben wij kapitalisten deze anti-vernieuwing gadegeslagen en geringschattend hebben wij het terzijde geschoven.
Maar nu is de westerse kunstwereld zich gewaar van het slaafse volgen van de kapitalistische tiran, althans wat blinde vernieuwingsdrang betreft. Vernieuwing om de vernieuwing. Vernieuwing om de concurrentiepositie, om de individuele eigenheid en de verkoopbaarheid, niet om kwaliteit, conceptualiteit, inzicht, kracht.

Een vooruitzien zonder terugblik, derhalve. Een onbeteugeld verlangen naar het nieuwe dat per definitie beter is dan het oude, culminerend in het als een dolle stier voortrazen richting onbekende einders. Geen tijd voor wijze lessen van weleer of een culturele introspectie.
Dit is een van de kapitalistische pijlers waar de recentste kunst zich tegen te weer stelt.

Het verleden en de toekomst. En het heden als overbrugging, zwanger van hetgeen haar in de toekomst brengen zal, en wijs door de lessen die het verleden haar leerde. Het is een eeuwige zwangerschap, met een eeuwige geboorte. En in die geboorten ligt de wijsheid, in de reeks van geboorten die de tijd maakt. (wat een gezwam)

Een Procedurele Definitie van kunst

Wanneer het begrip ‘kunstwerk’ procedureel wordt gedefinieerd, moet er van worden uitgegaan dat een kunstwerk een object is met een meerwaarde die het object ontstijgt. Het object zelf en de meerwaarde vormen samen een kunstwerk.
(hierover kan worden gediscussieerd, omdat ook voorstelbaar is dat een kunstwerk uitsluitend bestaat uit de meerwaarde, maar dat het object noodzakelijk is om die meerwaarde te dragen, dat wil zeggen, het object dient slechts als medium voor een meerwaarde. In dat geval is er voor het object geen plaats in de definitie.)
Van belang is te bepalen wanneer die meerwaarde in het object ingebed wordt. Ik zie daarin drie fasen:

1): Inspiratiefase. De kunstenaar heeft een idee, een concept, met daarin de vormkenmerken van het object en de meerwaarde die het object in zich draagt. Op het moment dat het object nog niet is vervaardigd, is de meerwaarde al geformuleerd.
Problemen:
Wanneer het mogelijk blijkt om reeds in de inspiratiefase zowel het object als de meerwaarde die het object tot kunstwerk maakt te definiëren, is het ook mogelijk die meerwaarde van het object te scheiden. Dat betekent, dat het vervaardigen van het object niets anders is dan een overbodige procedurele handeling. Op zijn best zou het een metafoor zijn van de meerwaarde, en het vermoeden bestaat dat de meerwaarde ook zonder het object zou kunnen bestaan.
Een object met een meerwaarde die tegelijkertijd ontstaat maken het kunstwerk niet dynamisch, in die zin dat de meerwaarde al vaststaat. Deze gedachte leidt tot het vermoeden dat kunstwerken slechts rebussen zijn, en zodra de rebus is opgelost verdwijnt ook de meerwaarde uit het kunstwerk, dat vanaf dat moment slechts bewonderd kan worden om zijn ambachtelijke kwaliteiten.

2): Ambachtelijke fase. De kunstenaar heeft een idee, een concept, met daarin de vormkenmerken van het object. Bij het vervaardigen van het object naar de vormkenmerken die de kunstenaar in de inspiratiefase formuleerde, sluipt de meerwaarde in het object. Men kan zover gaan in deze gedachte dat men kan zeggen dat op het moment dat de meerwaarde in het object zit, het object voltooid is als kunstwerk.
Problemen: de kunstenaar moet ambachtelijk in staat zijn zijn concept te realiseren, en het medium moet geschikt zijn om het concept te kunnen bevatten. Daarom ben ik in de paragone een groot voorstander van schilderkunst. Dat medium is uitermate geschikt voor een grote verscheidenheid aan concepten.

3): Receptieve fase. Het concept is gerealiseerd in een medium en zal zich als mentaal subject gedragen bij de confrontatie met een beschouwer.

Friday, December 02, 2005

Mijn laatste schilderijen





Wat heb ik geschilderd?

Drie schilderijen in zwart-wit, 150 bij 50 cm. Het linker schilderij is naar een middeleeuws houten beeldhouwwerk, een persoon met een lang gewaad en een kap om het hoofd waardoor nog juist het gezicht zichtbaar is, het middelste schilderij is een aangepaste versie van een naaktmodel van Internet, met een gefantaseerde draperie gelijkend de Venus van Milo, rechts een madonna naar een gotisch Spaans voorbeeld, waarbij het kind dat zij in haar armen hoort te dragen is afgehouwen. Haar hoofd reflecteert licht van een niet nader aangegeven schijnwerper, of het geeft zelf licht. Dit alles tegen donkere, ongedefinieerde achtergronden. De werken zijn in een gelijke gladde schildertrant geschilderd, zodat niet meer duidelijk is dat de oorsprong in verschillende materialen ligt.
Dit wetende kan er direct worden geïnterpreteerd: links een androgyn, zichzelf bedekkend type, in het midden een prostituee die haar gewaad laat vallen om haar naakte lichaam te tonen, rechts een madonna, de blik afwendend en badend in heilig licht, maar haar geloof, gesymboliseerd door het afwezige kind, is echter verdwenen.
Zodoende zou verder geconcludeerd kunnen worden dat drie vrouwelijke kenmerken zijn afgebeeld: de zichzelf bedekkende, de zich tonende en de geestelijke. De terugwijkende, de naakte en de heilige.
Zo heb ik het niet bedoeld. Ik wilde leuke plaatjes schilderen.
Schilders hebben het nooit zo bedoeld.
Eventuele connotaties zijn voor rekening van de beschouwer.