Monday, October 29, 2012

Immersie 31: Jan Fabre

De Belgische kunstenaar Jan Fabre deed onlangs een performance waarbij twee helpers katten de lucht in gooiden, terwijl hij zelf bovenaan een trap in een Fred Astaire kostuum stond te dansen. De reakties op deze performance zijn niet van de lucht. Het publiek reageerde geagiteerd op het vermeende 'dierenleed'.
Er wordt gerefereerd aan een andere performance van Fabre waarin hij levende karpers laat sterven in zout water. Ander werk van Fabre is een dode hond die aan vleeshaken is opgehangen.
De thematiek van Fabre is gebaseerd op het esthetiseren van gruweldaden, zoals ook andere kunstenaars doen, waardoor feilloos en meedogenloos het falen van de massa-moraal met betrekking tot leed wordt blootgelegd. Felle reakties van het publiek kunnen worden 'vermoraliseerd' met de opmerking dat de vermeende gruweldaden van Fabre zelf, in zijn kunstwerken, in het niets vallen bij de gruweldaden die dagelijks en op grote schaal plaatsvinden in de bio-industrie, (bijvoorbeeld plofkippen en levende dieren aan vleeshaken) huisdierenindustrie, (eindeloos doorfokken tot schattige diertjes die nauwelijks levensvatbaar zijn) cosmetische en farmaceutische industrie (proefdieren) en wat dies meer zij. Je zou kunnen stellen dat de vele reakties van 'tijdelijke' dierenliefhebbers essentieel onderdeel zijn van het kunstwerk.
Daarnaast stelt Fabre de kunst zelf ter discussie, vanuit de vooringenomenheid dat, klaarblijkelijk, een moreel gegeven wordt geaccepteerd als het om bioindustrie etcetera gaat maar, wanneer een en ander onder het mom van kunst wordt gepresenteerd, gelden plotsklaps andere morele regels. Dat zegt iets over het geinstitutionaliseerde publieke wezen van kunst. Kennelijk geldt voor kunst een exomorale houding.
Maar het (voor mij) interessante aspect van zijn werk is wellicht dat hij een poging doet om leed, en gruweldaden, in een representatie te vatten. De vraag die belangrijk is voor een helder begrip van immersie, is uiteraard, of wel sprake is van een representatie, of dat het werk van Fabre echt is, en niet gerepresenteerd. In het eerste geval slaagt hij er in om middels representatie gruweldaden over te laten komen op een publiek, daarvan getuige de vele verontwaardigde reakties. In het tweede geval slaagt Fabre er in om niet-representatieve kunst te maken, waardoor de gedachte dat alle kunst representatief is, in duigen valt.

Tuesday, October 23, 2012

Schilderwerk van vandaag...

Een reprise van een schilderij dat ik eerder maakte (maar dat toen mislukte) op groter formaat, namelijk 1.30 bij 2.00 meter. Het is een "Saint Jean de Calvaire" naar een vijftiende eeuws houten beeld, dat in het Louvre te bezichtigen is. Ik probeer het houten beeld levensechter te maken, door geen hout maar stofuitdrukking die bij het gerepresenteerde hoort te schilderen. Dat is schildertechnisch niet zo makkelijk. Maar als het meezit kan ik het binnen vier werkdagen af hebben.

Saturday, October 20, 2012

Onderwijskunde 1

In de epistemologie (kenleer) kent het begrip 'deconstructivisme' een heldere betekenis. De deconstructivist gaat ervan uit, dat het voor een mens niet mogelijk is om de dingen in de wereld te kennen. (in tegenstelling tot de Logisch Positivisten) Dat komt omdat de menselijke receptie (de zintuigen) niet te vertrouwen zijn, want je weet immers niet of dat wat je waarneemt correspondeert met hoe de dingen werkelijk zijn. Maar daarnaast is het proces van zintuiglijke indrukken naar conclusies in de menselijke geest ook onbetrouwbaar. De deconstructivistische epistemoloog (Jacques Derrida is er een van) vindt echter, dat, wanneer je het taalgebruik dat in een bepaald gebied of door een bepaald persoon wordt gebezigd, monadisch deconstrueert, dus afbreekt tot op de kleinste eenheden, en daarna analyseert, dat je dan wel heel veel kunt zeggen over de wijze waarop mensen in een bepaald taalgebied de wereld zien. Je kunt die conclusies ook relateren aan conclusies uit een ander taalgebied en zo tot een interessante epistemologie komen, die zelfs ethisch getint kan worden.

In de onderwijskunde heeft men aan het begrip 'deconstructivisme' een andere betekenis gegeven. Deconstructivisme betekent daar, dat je, als docent, het vooringenomen construct van een student over een bepaald onderwerp afbreekt (deconstrueert) en vervangt door een nieuwe, dat beter gerelateerd is aan onderwijscompetenties. De vooringenomenheden moeten dan zijn:
  1. Het construct dat bij een student aanwezig is, is niet adequaat
  2. Bij alle studenten is een soortgelijk, niet-adequaat, construct aanwezig
  3. Het is mogelijk om, in een beperkte periode, menselijke mentale constructen te 'deconstrueren' en te vervangen door andere.
Vooral dat laatste lijkt mij bezwaarlijk. Nemen wij een helder construct: een klas met Moslims, waarbij de religie wordt beschouwd als een mentaal construct. Is het mogelijk om dat binnen een bepaalde lesperiode af te breken en door het construct 'Christendom' te vervangen? Nee, dat denk ik niet.

Religie is een te zwaar construct? Neem een klas met Feyenoord-fans. Kun je een les bedenken waarin dat construct wordt weggenomen en vervangen door een Ajax-fan-construct? En als dat lukt, hoe ga je dan om met cognitieve dissonantie en andere mentale dwarsbalken?


Monday, October 15, 2012

Rommelen met nieuw schilderij...

Kleuren zijn niet goed.. het wordt een heel karwei om hier iets van te maken.