Saturday, January 31, 2009

Staat van het werk


Twee dagen gewerkt en het schilderij is bijna af. Ik weet nog niet of het wel geslaagd is, misschien vernietig ik het wel weer.

Friday, January 23, 2009

Nog lang niet af...


Op dit moment ben ik met dit werk bezig. Het is nog veel werk.

Wednesday, January 21, 2009

Florence

Naar het zich laat aanzien gaat mijn vader Joop meedoen met de Biennale te Florence eind dit jaar. Dat is pas succes!!
Meer info over de biennale op www.florencebiennale.org

Foto


Foto van mijzelf als liggende op een stuk gras en.. kijk zelf maar. Foto is gemaakt door Roy Spanjers.

Wednesday, January 07, 2009

Neo Rauch

Ik ben een liefhebber van het werk van de Duitse kunstenaar Neo Rauch. Een van de dingen die hij mij heeft geleerd heeft direct te maken met de manier waarop ik bij het maken van schilderijen de voorstellingen representeer. Die is namelijk volkomen tegengesteld aan de wijze waarop Rauch dat doet.
Als je naar een schilderij van Rauch kijkt, dan zie je een hoop dingen die schijnbaar onafhankelijk van jezelf plaatsvinden, je hebt geen greep op de gebeurtenissen, je bent geen participant. Er gebeuren allerlei dingen in het schilderij die onafhankelijk van de beschouwer plaatsvinden, met voor de in de voorstelling aanwezige personages schijnbaar volkomen logische redenen, maar die redenen zijn voor de beschouwer onbegrijpelijk. Je krijgt er als beschouwer geen greep op, terwijl het zich in het schilderij allemaal zo vanzelfsprekend voordoet. Je kunt niet anders dan afzijdig blijven en proberen te begrijpen wat er gebeurt in die rare wereld.
Mijn werk is precies tegenovergesteld: de beschouwer is onderdeel van de voorstelling. De personages en objecten in de voorstelling zijn er uitsluitend voor de beschouwer. Ze willen een dialoog met de beschouwer. Je kunt niet anders dan participeren in mijn werk, omdat je als beschouwer iets te zien krijgt dat speciaal voor jou is neergezet. Het schilderij past zich in een aantal opzichten aan aan de beschouwer, als in een dialoog.
(Ik schilder afbeeldingen die aandoen als een toneeldecor met een voorstelling, niet als een straattafereel met voorbij lopende mensen, zoals Rauch dat doet)

Monday, January 05, 2009

Artikel over doelgroepen

Over het gebruik van doelgroepen

Definiering:

1) Publiek: een bevolkingsdeel aan wie je je concept of communicatie wilt richten, geselecteerd op een parameter. (bijvoorbeeld leeftijd, scholing, inkomen, woonplaats)
2) Doelgroep: een bevolkingsdeel aan wie je je concept of communicatie wilt richten, geselecteerd op meer dan een parameter. (bijvoorbeeld mannen die een middenklasse auto rijden, vrouwen die de Libelle lezen, studenten uit Den Haag)
3) Gebruikersgroep: specifieke groep mensen waarvan bij voorbaat bekend is dat ze je produkt gaan gebruiken. (bijvoorbeeld systeembeheerders in een bedrijf waar je maatwerksoftware voor levert)

NB: Deze categorisering en definiering is niet algemeen aanvaard.

Waarom doelgroepen?

Men hanteert en selecteert doelgroepen teneinde een zodanig beeld te verkrijgen van de ontvanger en/of gebruiker dat de communicatie (of het concept of produkt) kan worden aangepast aan de specifieke eigenschappen van de doelgroep.
Tot ongeveer 1975 volstond in Nederland een doelgroepsomschrijving die beperkt kon blijven tot de ‘klasse’ of ‘zuil’ van de doelgroep. Een boer at bonen, een dame van adel dronk haar Franse wijn uit kristal. Na 1975 is deze situatie aanzienlijk geproblematiseerd, aangezien comsumptiepatronen, specifiek kennisniveau, inkomen, woonplaats etc. niet of nauwelijks meer met elkaar correleren. Een dame van adel mag plotsklaps ook bonen eten, en bij de sociale onderklasse staat kristal te glanzen in de met halogeen verlichte pronkkast van Ikea.

Sociodemografische omschrijvingen zijn ontoereikend gebleken om doelgroepen te definieren die homogeen zijn op het gebied van koopgedrag, interessen, kennisniveau, stijl- of merkkeuze. In deze periode verschoof dientengevolge het doelgroeponderzoek meer naar subjectieve en individuele eigenschappen als opinie, attitude en interesse. Het begrip ‘lifestyle’ deed zijn intrede.
Psychografische (i.t.t. sociodemografische) omschrijvingen werden na 1975 allengs meer aangewend in het doelgroeponderzoek.
Vroegere vormen van psychografisch doelgroeponderzoek omvatte de volgende zeven basispunten:
1) interesse en betrokkenheid bij de wereld
2) interesse en betrokkenheid bij/in de eigen wereld; inzichten in man/vrouw relatie, betrokkenheid, bezorgdheid en inzicht in de leefomgeving
3) produktgebruik
4) produktbezit
5) aktiviteiten
6) opinies
7) tevredenheid, zelfbeeld, romantiek

Teneinde bovenstaande punten te categoriseren en gereed te maken voor produkt- en conceptdesign worden speciale clusterprogramma’s gehanteerd. Dit leidt tot zogenaamde ‘demotypieen’, waarbij een groot aantal individuen in de doelgroep op psychografische merites wordt omschreven.
Heden ten dage wordt het psychografisch onderzoek uitgebreid met onderzoek naar favoriete TV-programma’s en dergelijke. Additief daaraan is het begrip ‘momentconsument’, een symptoom van de gedachte dat een doelgroep naar omstandigheden zijn gedrag aanpast, en in zijn wensen en eisen niet statisch maar dynamisch is.

Momentconsument = (persoon uit doelgroep) x situatie

Daarnaast doet men doelgroeponderzoek, niet zozeer naar het individu dat zich in de doelgroep bevindt, maar naar de situatie waarin dat individu leeft, met name de huiselijke situatie. Het klassieke voorbeeld van deze methode is het verschijnen van een koelkast in een huiselijke situatie. Met behulp van een soort ‘mindmap’ kan de impact van de aanwezigheid van de koelkast op het huishouden worden geinventariseerd en aangewend om voorspellingen te doen naar de bruikbaarheid of integreerbaarheid van het concept in de (huiselijke) omgeving. In het geval van de koelkast moet er plaats worden gemaakt in de keuken (of elders?) er moet netspanning zijn, er is een vriezer, dus vriesvaste plastic bakken worden aangeschaft, het eetpatroon wijzigt, de snelheid van het voorbereiden van maaltijden wordt groter met behulp van kant-en-klare diepvriesgerechten etc.

Daarnaast doet men in de wat meer marketinggerichte doelgroepomschrijvingen onderzoek naar waarden van mensen. Daarbij worden termen gebruikt als:

1) Sociaal leven
2) Ethische patronen
3) Empathie
4) Carriere maken
5) Zorgelijk leven (verzekeringen)

Doelgroepen dient men niet te verwarren met gebruikersgroepen. De laatste zijn zeerwel te gebruiken bij het schrijven van handleidingen, het toegankelijk maken van mediatoepassingen voor gebruikers met specifieke eigenschappen (blindheid, geringe of juist grote kennis m.b.t. interfaces etc.)

Er is een krachtig onderscheid tussen het gebruik van doelgroepen voor marketingdoeleinden, vormgeving en produktontwikkeling. Psychosociale vormen van doelgroepbeheersing zijn met name toepasbaar bij marketingstrategieeen en het specifiek plaatsen van bestaande produkten in een markt. Doelgroeponderzoek als voedingsbodem voor vormgeving en produktontwikkeling is problematischer.


Voorwaarden en problemen:

Bij het aanpassen van concepten aan de doelgroep is een belangrijke voorwaarde voor het toepassen van doelgroepen, dat een gelijkwaardigheid bestaat tussen conceptontwikkelaar en doelgroep. Als de ontwikkelaar meer inzicht heeft in de toepassingsmogelijkheden van techniek en concept, dan is er, althans in die fase, geen duidelijke rol weggelegd voor de doelgroep. De doelgroep weet, als het ware, niet wat goed voor zichzelf is. In dat geval is het aan te raden, het publiek of de doelgroep pas bij het proces te betrekken als een werkzame demo aanwezig is, of als het produkt de markt opgaat, dus in de marketingfase.

Het verschijnsel van ongelijkwaardigheid doet zich met name voor bij communicatiemedia of concepten die ‘innoverend’ zijn, of die onderhevig zijn aan een sterke of snel opeenvolgende technische ontwikkeling. Met nadruk bij media waarbij de pantheistische kennis niet bij een enkel persoon ligt maar bij meerdere instanties of specialisten, zoals New Media, is sprake van ongelijkwaardigheid, ook tussen ontwikkelaars.

Bij de ontwikkeling van concepten voor New Media doet zich de situatie voor dat een doelgroep pas wordt gebruikt nadat zij zichzelf heeft gedefinieerd naar aanleiding van de toepassingsmogelijkheden van het concept, waarna de doelgroep het in de markt geplaatste concept aanpast, of aanpassingen aan de ontwikkelaar voorstelt. (bugfixing)
Hier ziet men de discrepantie tussen concept-georienteerd ontwerpen en doelgroep-georienteerd ontwerpen.

1) Bij concept-georienteerd ontwerpen past de doelgroep zich aan het concept aan, of trekt het concept de doelgroep aan. Er is dus geen sprake van een vooraf bepaalde doelgroep. De functionaliteiten van het concept of de toepasbaarheid van het produkt in de situatie van gebruikers is bepalend. Deze methode is zeer toepasbaar bij produkten waarbij de ontwikkelaars ongelijkwaardig zijn met de gebruikers, dus produkten die innoverend zijn, of onderhevig zijn aan snelle technische ontwikkelingen. De doelgroep definieert zichzelf naar aanleiding van de kwaliteiten van het concept.
2) Bij doelgroep-georienteerd ontwerpen past het concept zich aan de doelgroep aan. De ontwikkelaars betrekken de beoogde en vooraf gedefinieerde doelgroep bij het ontwikkeltraject. Deze methode is toepasbaar bij gelijkwaardigheid tussen ontwerpers en gebruikers, of bij produkten waarvoor de doelgroep en functionaliteiten zeer helder omschreven zijn.

Een ander probleem bij het (klassiek) hanteren van doelgroepen, is dat van onbewuste uitsluiting, vooroordelen en discriminatie. Gevallen zijn bekend waarin een doelgroep werd gekozen waarnaar een bepaalde communicatie zou worden gezonden, maar in de doelgroepsomschrijving was te weinig rekening gehouden met minderheden of deelgroepen die gevoelig waren voor het sentiment dat ze werden gediscrimineerd, alhoewel dat uiteraard en juist niet de bedoeling was van de zender. De communicatie naar die deelgroepen mislukte echter volledig.

Een doelgroep is bijzonder moeilijk te hanteren. Aan de Technische Universiteit te Delft trachtte men dit met een experiment te verduidelijken: men omschreef tijdens een college een doelgroep als ‘alle studenten die op dit moment in deze zaal aanwezig zijn en het college volgen’. Een eenduidiger doelgroep is nauwelijks te definieren, ook met in achtneming dat de doelgroep zich op dat moment op dezelfde lokatie bevond. Men verzocht vier studenten de doelgroep in andere parameters dan geografische te omschrijven en om er een viertal persona’s voor te maken. Deze persona’s en de doelgroepomschrijving werden aan de studenten in de zaal voorgelegd en niemand bleek zich in omschrijving of persona’s te kunnen vinden.

Bij communicatie en met name vormgeving doet zich een groter probleem voor: het is simpelweg onmogelijk om communicatie middels vormgeving, behoudens enkele uitzonderingen, aan te passen aan de doelgroep zonder zich uitsluitend te committeren aan datgene wat eerder voor die doelgroep is gemaakt. De doelgroep komt dus feitelijk helemaal niet aan het woord. Wel aan het woord komen vormgevers die eerder iets voor dezelfde doelgroep hebben ontworpen. Zo kan men een doelgroep omschrijven als ‘vrouwen die de Libelle lezen’. De ontwerper kan niet verder geraken in zijn doelgroeponderzoek dan het doorbladeren van enkele jaargangen van de Libelle, en eventueel soortgelijke tijdschriften.

In het geval van communicatie kan eventueel gebruik worden gemaakt van anthropologische doelgroepsomschrijvingen die gebaseerd zijn op esoterisch taalgebruik (dat is taal voor ingewijden) van de helden van de doelgroep. De Indiase anthropoloog Arjun Appadurai stelt een anthropologische doelgroepsomschrijving centraal in zijn vroegere werk. (2001) De ontwerper dient zich, naast gebruikmaking van esoterisch taalgebruik van een subcultuur, (hero-culture) ook bezig te houden met de verschijnselen ‘garde’ en ‘avant-garde’. Aan deze methode kleven een aantal zeer hardnekkige nadelen, alhoewel haar bruikbaarheid wel is toegenomen onder invloed van de vergrote toegankelijkheid van subculturen op internet.


Jacob van der Linden

Friday, January 02, 2009

Het gehele schilderij


... en dit is het schilderij in zijn geheel. Het is nog lang niet af. Maar zo stukje bij beetje begint het al aardig te vorderen.

Nieuwe details toegevoegd

Een kopie van een schilderij van Paolo Veronese (l'Industria) en een riem.

Thursday, January 01, 2009

Oud spul


Dit is uit ongeveer 1995 of zo.. het is olieverf op dik papier.