Tuesday, November 27, 2012

Eenvoudige esthetische theorieen

Onderstaand zijn vier theorieen uit de esthetica die ik eenvoudig heb geformuleerd teneinde docenten van andere disciplines in staat te stellen onderwijs te verzorgen.


Hoe pas je formalisme toe?

Formalisme is de theorie van Significant Form en de grote inspirator voor Bauhaus.

Voorbeeld: Als in je BNO-document staat dat je je tentoonstellingselement wilt laten opvallen (mate van opvallendheid) dan zou je dat kunnen doen door formalistische technieken te gebruiken. Dat doe je door de ruimte te bestuderen waarin je tentoonstellingselement staat, en daarmee in vorm en lijn te contrasteren. Die ruimte heeft bepaalde vorm (architectuur is meestal recht en er zijn waarschijnlijk witte wanden) en daar kun je mee contrasteren. Maak dus iets met ellipse lijnen, of diagonalen, en gebruik kleuren die afsteken tegen de achtergrondkleur. Of maak zelf een achtergrond die contrasteert met de ruimte. (in feite is een schilderijlijst een formalistische wijze om het schilderij te laten contrasteren met de achtergrond, in dit geval de muur waar het schilderij aan hangt)

Andere voorbeelden:

Je maakt een filmpje met een ‘click’, waarbij het eerste deel droevig moet zijn en het tweede vrolijk. Als je bijvoorbeeld de kleuren in het eerste deel aanpast (grijs, bruin) aan de emotie, en die van het tweede deel ook (felle kleuren) dan krijg je een kleurcontrast dat formalistisch kan worden geduid. (dus aan de hand van significant form)

Deze theorie is altijd van toepassing om een aantal redenen:

Ten eerste is het zo dat je zult moeten kiezen tussen representatie of niet. Die keuze moet je altijd maken. Volgens de formalisten is representatie onzuiver, omdat het ‘significant form’ in haar pure verschijningsvorm in de weg zit. Je zult als vormgever argumenten moeten hebben waarom je (als je dat doet) toch voor representatie kiest. (dat moeten we dus van studenten vragen)

Ten tweede maak je altijd gebruik van vorm en kleur en dat is significant form.

Je kunt formalisme en intentionalisme (zie beneden) als elkaars tegengestelden zien, dat wil zeggen dat als je in de vormgeving een kleur gebruikt om de kleur zelf, (bijvoorbeeld om aan het BNO-begrip ‘opvallendheid’ of ‘onderscheidendheid’ te voldoen!!) dat je dan formnalistisch bezig bent (kleuren vanwege de kleuren) en als je een bedoeling hebt met een kleur, dan ben je intentionalistisch bezig. Het vereist een andere wijze van vormgeving omdat je de gebruiker van de vormgeving uitdaagt om je kleuren ‘mooi’ te vinden vanwege de ‘mooiheid’ van de kleuren, OF om de achterliggende betekenis van een kleur te zoeken. (waarom zou hij deze kleur hebben gebruikt?)

 

Hoe pas je Amerikaans formalisme toe?

De hedendaagse toepassing van de theorie van Clement Greenberg ligt hem niet zozeer in het jezelf als ontwerper onderwerpen aan de specifieke eigenschappen van het medium per se, maar in het jezelf bewust zijn dat je medium eigenschappen heeft en op welke punten je die overschrijdt in je visualisatie. De beslissing om die eigenschappen te overschrijden is in CMD4 een rationele en geen intuitieve. Vraag je dus bij studenten af, waarom ze iets laten zijn wat het niet is. (is er een link met de communicatieve doelstelling) Zo ja, waarom overschrijd je de grenzen van het medium dan? (antwoorden als: ‘omdat het anders saai wordt’, ‘omdat ik het niet met Greenberg eens ben’, ‘om het een mooier ding te maken’ zijn niet voldoende)

 

Waarom altijd van toepassing?

De keuze voor het al dan niet overschrijden is altijd van toepassing omdat er geen andere mogelijkheid is. (je overschrijdt de eigenschappen of je overschrijdt ze niet)

 

Als je als student Greenberg goed toepast, maak je een lijstje met de eigenschappen van je medium en kijk je waar je die eigenschappen overschrijdt, gerelateerd aan de begrippen zoals die in het BNO-document staan.

 

Hoe pas je institutionalisme toe?

Bij alles wat je doet maak je impliciet of expliciet de beslissing of je je conformeert aan een instituut of dat juist niet doet. Ik kan mij niet voorstellen dat studenten aan de HHS hun eigen weg gaan, dan zouden het geniale avant-gardisten zijn, dus de vraag die overblijft is: aan welk instituut conformeer je je en waarom? Als ze een film maken, in welke stijl is die dan? (MTV bijvoorbeeld) en waarom? (niet: omdat het mooi is, maar : omdat ik denk dat het effectief is, dat wil zeggen, omdat het te relateren is aan de communicatiedoelstellingen)

 

Waarom altijd van toepassing?

Als vormgever conformeer je je altijd aan een instituut. Het is niet mogelijk om intentioneel een eigen instituut te beginnen. Bewustzijn dat je dat als vormgever doet is erg belangrijk.

 

Datgene wat in de oude zin ‘doelgroepenonderzoek’ wordt genoemd, is eigenlijk een goed bruikbare variant van institutionalisme. Je wilt iets maken voor vrouwen van 50 jaar die op de Libelle zijn geabonneerd, dan neem je een stapel libellen en die kijk je door. Je maakt er netjes een moodboard van en past je vormgeving aan, zodat je een aardige Marjolein Bastin-vormgeving krijgt. Wat je dan doet is niet vormgeven naar de doelgroep, maar vormgeven naar het instituut Libelle, dat dezelfde doelgroep heeft als die jij wilt bereiken..

 

Hoe pas je intentionalisme toe?

Studenten willen iets vertellen aan de bezoekers van hun tentoonstellingselement. Intentionalisme in haar extreemste vorm gaat ervan uit dat datgene wat te vertellen is niet of niet altijd in vormgeving of metaforen of film zou moeten worden vertaald, maar rechtstreeks in taal zou moeten worden gecommuniceerd. Taal is immers de helderste vorm van communicatie. Studenten gaat het enorm duizelen als ze iets maken om iets te vertellen en je zegt: ‘ja, maar waarom schrijf je dat dan niet gewoon op? Dan weet iedereen waar het over gaat zonder dat ze je vormgeving moeten lezen’ (A.C.Danto) Wat we willen kweken is een bewustzijn in relatie tot de wrijving tussen vormgeving en een communicatiedoelstelling. Studenten maken een keuze of worden daartoe bij de expertbijeenkomsten gedwongen, om vorm te geven.

 

Twee varianten:

1) intentionalisme als soort vormgeving waarbij je wilt dat mensen de bedoeling van jouw vormgeving proberen te achterhalen, dat wil zeggen, je vormgeving wil iets vertellen. De vormgever die volgens deze vorm van intentionalisme vormgeeft beschouwt kleuren als ‘readymades’ waarbij de kleur zelf niet van belang is, maar de reden waarom de vormgever die kleur gebruikt.

2) Als vormgeving een intentie heeft, zoals bovenstaande vorm van intentionalisme propageertm, waarom dan niet de hele vormgeving eraan geven? Dus niet vormgeven. Als je gewoon opschrijft wat je wilt zeggen heb je een veel zuiverder en betrouwbaarder vorm van communicatie te pakken dan wanneer je je bedoelingen verstopt in vormgevingsrebussen.

 

 

Hoe pas je Immersie toe? (met de methode van Temporele Emotionaliteit)

Deze theorie is met name toepasbaar bij film, maar uitsluitend bij media waarbij de factor tijd een rol speelt. Als een student een filmpje maakt of gaat maken is de vraag in hoeverre je als toeschouwer meegaat met de gerepresenteerde werkelijkheid. Je zou als filmmaker moeten stimuleren dat de toeschouwer zijn eigen werkelijkheid en persoon tijdelijk en vrijwillig vervangt door de gerepresenteerde. Een techniek om dat voor elkaar te krijgen is temporele emotionaliteit van Derek matravers.

 

Immersie: je identiteit en omgeving vrijwillig verruilen voor een identiteit en omgeving die door het medium wordt gerepresenteerd. (in een boek duiken of in een film) Een van de vele manieren om immersie te bereiken is met behulp van temporele emotionaliteit. TE gaat uit van de gedachte dat de emoties sneller gaan dan de ratio, en dat de ratio de immersie verstoort. Het is dus zaak om er zorg voor te dragen dat de ratio niet aan bod komt en de emotie meer voeding krijgt.

Thursday, November 15, 2012

Gezicht

Vandaag heb ik de tijd besteed aan het zoeken van een goede gelaatsuitdrukking.. morgen ga ik het gezicht afmaken.

Friday, November 02, 2012

Draperie bijna klaar.

Een hele dag werk voor een mouwtje. Was ik maar een tachist... Maar afgezien van wat ruwe randjes is de draperie wel zo'n beetje klaar.