Thursday, November 25, 2010

Spreuk

Het lijden onder narcistische mensen is omgekeerd evenredig aan de afstand waarop ze zich van jou bevinden. Hoe kleiner de afstand des te groter het lijden. Het zwaarst lijden de mensen in de directe omgeving van de narcist. Staat men op wat grotere afstand, dan slaat het lijden om in bewondering.

(uit mijn aantekeningenboek)

Tuesday, November 23, 2010

Immersie 14

Als je naar de beroemde tekening kijkt van een haas die tegelijkertijd een eend is, valt op, dat je OF een haas OF een eend ziet, maar nooit allebei tegelijk.
Volgens een soortgelijk principe zou ook immersie werken: je bent OF in de objectieve werkelijkheid OF in de door een medium gerepresenteerde werkelijkheid, in dat geval onderga je immersie, maar je bent nooit in allebei tegelijk.

Stel je voor, je gebruikt een medium met een representatie, bedoeld om iets te communiceren, dan valt de communicatie in de objectieve werkelijkheid, en niet in de gerepresenteerde. Teneinde de communicatieboodschap te ontvangen moet je dus als gebruiker in de objectieve werkelijkheid ‘zijn’, en niet in staat van immersie. (dit is een hele lastige, ik ben er nog niet uit wat hier precies bedoeld wordt, ook al heb ik het zelf geschreven....)

Dus een medium dat wil communiceren kan geen gebruik maken van representatie en immersie, of embodiment, omdat dat de communicatie in de weg zit. Als je Nieuwe Media, even voor het gemak, beperkt tot internet, dan zouden er dus twee soorten sites moeten zijn, sites die niet representeren maar communiceren en sites die niet communiceren maar representeren. (je kunt je overigens voorstellen dat een site bestaat uit gedeelten die communiceren en gedeelten die representeren, die kun je dan niet tegelijk bekijken)

Dat vond ik een nogal rare conclusie. Er is geen sprake van twee soorten websites. Daarnaast: verwant aan websites zijn uitingen van grafische media, die communiceren en representeren, en er zijn geen twee aparte soorten grafische media.

Of wel? Ik bedacht mij namelijk dat er wel twee soorten grafische media, zijn, namelijk communicerende grafische media (bijvoorbeeld pamfletten, flyers, kauwgomwikkels etc.) en autonome beeldende kunst.

Toch twee soorten websites?

Saturday, November 20, 2010

Holland op zijn Smalst

Nederland is, in vergelijking met de ons aangrenzende landen, altijd een cultuurarm land geweest. In de negentiende eeuw was dat uiteraard niet anders.

Zo werd destijds de beroemde kunstcollectie van Willem III tentoon gesteld in het Mauritshuis te Den Haag, en wel op de eerste verdieping, omdat op de begane grond een opvanghuis voor verweesde meisjes was gevestigd. De verzameling diende door een curator te worden beheerd, maar de overheid had geen geld over voor een professionele staf. Men haalde dus een bejaarde uit het tehuis, want die kreeg toch al pensioen, om de collectie te beheren. Dat ging niet helemaal vlekkeloos, want de oude-van-dagen was te oud om de trap naar de eerste verdieping van het Mauritshuis op te klimmen. Hij was de eerste museumdirecteur (en de laatste) die, wegens zijn vergevorderde leeftijd, zijn eigen museum nooit heeft bezocht.

In 's Hertogenbosch torent de Sint Janskathedraal trots boven het stadscentrum uit. In de negentiende eeuw bevond zich in die kathedraal een prachtig en zeldzaam Renaissance-oxaal. Het was echter wat verweerd en moest gerestaureerd worden. Nederlandse kruideniersmentaliteit en schraperigheid leidde echter tot een uitnodiging aan de Engelsen om het ding, gratis, maar weg te halen, ze moesten alleen de transportkosten zelf betalen. De Engelsen wisten niet hoe snel ze het ding moesten meenemen naar Engeland, voordat die achterlijke Hollanders in de gaten hadden dat ze iets prachtigs zomaar weggaven. Het oxaal neemt nu nog steeds een ereplaats in, in een Londens museum.

Deze gebeurtenissen, en nog een flink aantal andere, noopten de rijksambtenaar en kunstliefhebber Victor de Stuers zijn wereldberoemde artikel 'Nederland op zijn Smalst' te schrijven. Het verscheen in 1873 in De Gids. De invloed was enorm. Naar aanleiding van dit artikel en het gekrakeel dat erop volgde, besloot men onder andere het Rijksmuseum in Amsterdam te bouwen, om een deel van de kunstcollectie Nederland te kunnen ontsluiten voor groter publiek. Ook het Mauritshuis werd een professioneel kunstinstituut.

Anno 2010 staan we weer voor een soortgelijk moment. Cultuurbarbaren en idioten in Den Haag, wellicht ingegeven door het Neo-Fascistisch getinte populisme van de PVV, bezuinigen zodanig op cultuur dat orkesten moeten verdwijnen, beeldend kunstenaars zich niet kunnen ontwikkelen of naar het buitenland verdwijnen, het doek valt voor menig toneelgezelschap, enzovoorts. Als een samenleving wordt gewaardeerd op haar cultuur, dan deed Nederland het al niet zo best, maar nu dreigen we in een culturele leegte te verdwijnen.

Wil de Victor de Stuers van de 21e eeuw nu opstaan? Het is hard nodig.

Wednesday, November 17, 2010

Immersie 13

Een van de meest interessante discussies over film en immersie is die tussen Claude Lanzmann, maker van de film "Shoah", en Steven Spielberg en zijn film "Schindler's List". Lanzmann verwijt Spielberg in een open brief 'Schindler's List is an impossible story' dat hij het medium film, (m.i. de immersieve eigenschappen daarvan) gebruikt voor verkeerde doeleinden.
Zo vraagt hij zich het volgende af:

"In fact, I fail to see how actors could convey deported people who had suffered for months, years of agony, misery, humiliation and who died of fear"

Met andere woorden: is het mogelijk een toeschouwer een immersieve ervaring aan te doen door het tonen van een representatie waarbij overduidelijk is dat de acteurs de gesuggereerde ontberingen niet werkelijk hebben meegemaakt? (terwijl ze ontegenzeggelijk verwijzen naar mensen die werkelijk hebben bestaan en de ontberingen wel hebben moeten doorstaan) Het problematische aspect is natuurlijk dat de andere films van Spielberg geen connotatie hebben met de bestaande werkelijkheid, of daar niets over willen zeggen, (--of misschien in metaforische vorm--) terwijl "Schindler's List" een duidelijke verwijzing is naar de werkelijkheid in extreme emotionele vorm. (de Holocaust)

Het lijkt wel of er andere regels gelden. Ik ben de overuiging toegedaan dat de discussie tussen Lanzmann en Spielberg draait om een invulling van het begrip immersie in relatie tot film, maar dat zou betekenen dat er verschillende soorten immersie bestaan naar aanleiding van de aard van de representatie die de immersie veroorzaakt.

Sunday, November 07, 2010

Immersie 12

Een belangrijk kenmerk van immersie is dat de onderdompeling in het gerepresenteerde nooit zodanig is, dat de immersief handelt. Zo kan het gebeuren dat je in de bioscoop medelijden krijgt met het meisje dat in de handen van King Kong valt, en later met King Kong zelf, maar je zult niet naar het meisje schreeuwen dat de grote aap er aan komt, of naar de aap dat hij de torenflat niet moet beklimmen. Derek Matravers heeft een deel van zijn gedachten over immersie op dit principe gebaseerd.

Maar deze week keek ik naar een voetbalwedstrijd en ik merkte dat ik mijn voet meebewoog op het moment dat een voetballer op doel schoot, alsof ik voordeed hoe hij moest schieten of zo, of zelf de voetballer was. Een aanwijzing dat bovenstaand principe betwistbaar is?

Tuesday, November 02, 2010

Immersie 11 (-enige antwoorden voor Alex-)

In de taalfilosofie bestaan een aantal theorieen over woordbetekenis. De oudste en meest gekende is de 'referentiele betekenistheorie' die stelt dat een woord (bijvoorbeeld het woord 'koe') of een samengestelde expressie beneden zinsniveau (bijvoorbeeld 'de Keizer van Rome') refereren naar iets in de werkelijkheid. De betekenis van het woord is, in een behoorlijk naieve interpretatie, datgene waar het naar verwijst. (dit is uiteraard een schaamteloos korte omschrijving van de referentiele betekenistheorie, maar het is voldoende voor dit betoog)

John Locke was het daar niet mee eens. (anderen ook niet) Hij stelde, terecht, dat het niet het woord is dat verwijst, maar dat diegene die het woord gebruikt verwijst. Een verwijzing is immers een handeling, en woorden kunnen niet handelen, mensen wel. Locke stelt, dat een woord refereert aan een gedachte in het hoofd van diegene die het woord uitspreekt. De verwijzing is dus niet naar de werkelijkheid maar (intrasomatisch?) naar een concept van de gebruiker van het woord. Dat concept zou dan een representatie kunnen zijn van iets in de werkelijkheid, maar dat hoeft niet. (dit is een groot probleem voor de theorie van Locke, en een reden om hem af te wijzen)

Stel dat de gedachte van Locke ook geldt voor representaties waarbij emoties worden opgewekt, dan verwijst de representatie niet naar een emotie in de werkelijkheid, met alle onoverkomelijke problemen van dien, maar naar een concept van diegene die de representatiehandeling verricht. (dat concept zou dan wel aan de werkelijkheid kunnen refereren)

In dat geval zou een representatie, bijvoorbeeld een schilderij van een landschap, niet verwijzen naar een landschap (dat lost allerlei grote representatieproblemen op, zo wordt de vraag of je niet-bestaande landschappen kunt schilderen ineens irrelevant) maar naar het concept van de schilder.

Immersie 10

Alhoewel beide auteurs het woord 'immersie' niet in de mond nemen, zou je kunnen zeggen dat de twee standaardwerken over immersie van de hand komen van Kendall Walton en Derek Matravers.

Waar Walton het begrip problematiseert in zijn boek Mimesis as Make Believe biedt Matravers naar aanleiding van (en grotendeels als reaktie op-) Waltons probleembeschrijving in zijn boek Art and Emotion een oplossing, die met name wordt ingegeven door het toevoegen van allerlei cognitieve elementen aan emoties waarmee hij de brug tussen emotie en representatie probeert te slaan.

Of het geslaagd is, is een tweede. Rob van Gerwen had, in ANTW, flink wat kritiek op de oplossingen van Derek Matravers. Maar het is zeker een prachtig beginpunt.

Monday, November 01, 2010

Immersie 9

Binnen de traditionele esthetica is het gewoon te spreken van een onderscheid tussen object en representatie. Een schilderij is een object bestaande uit linnen, verf, vernis, veelal een lijst, en daarnaast is er sprake van een representatie, een landschap of een abstract.

Dispuut bestaat over het feit, of een beschouwer het object en de representatie tegelijk kunnen waarnemen. Volgens veel theoretici (onder andere Rob van Gerwen) is dat niet zo. Zijn stellingname is te vergelijken met een beroemd plaatje: je ziet OF een eend OF een konijn.

Als Rob gelijk heeft, dat wil zeggen als de representatie alleen kan worden waargenomen als het object niet wordt waargenomen, dan ligt daar wellicht een criterium voor het verschijnsel 'representatie', dat soelaas biedt voor een bruikbare definiering van immersie, omdat immersie een gevolg is (?) of een eigenschap is van een representatie, en niet van een object.