Tuesday, November 02, 2010

Immersie 11 (-enige antwoorden voor Alex-)

In de taalfilosofie bestaan een aantal theorieen over woordbetekenis. De oudste en meest gekende is de 'referentiele betekenistheorie' die stelt dat een woord (bijvoorbeeld het woord 'koe') of een samengestelde expressie beneden zinsniveau (bijvoorbeeld 'de Keizer van Rome') refereren naar iets in de werkelijkheid. De betekenis van het woord is, in een behoorlijk naieve interpretatie, datgene waar het naar verwijst. (dit is uiteraard een schaamteloos korte omschrijving van de referentiele betekenistheorie, maar het is voldoende voor dit betoog)

John Locke was het daar niet mee eens. (anderen ook niet) Hij stelde, terecht, dat het niet het woord is dat verwijst, maar dat diegene die het woord gebruikt verwijst. Een verwijzing is immers een handeling, en woorden kunnen niet handelen, mensen wel. Locke stelt, dat een woord refereert aan een gedachte in het hoofd van diegene die het woord uitspreekt. De verwijzing is dus niet naar de werkelijkheid maar (intrasomatisch?) naar een concept van de gebruiker van het woord. Dat concept zou dan een representatie kunnen zijn van iets in de werkelijkheid, maar dat hoeft niet. (dit is een groot probleem voor de theorie van Locke, en een reden om hem af te wijzen)

Stel dat de gedachte van Locke ook geldt voor representaties waarbij emoties worden opgewekt, dan verwijst de representatie niet naar een emotie in de werkelijkheid, met alle onoverkomelijke problemen van dien, maar naar een concept van diegene die de representatiehandeling verricht. (dat concept zou dan wel aan de werkelijkheid kunnen refereren)

In dat geval zou een representatie, bijvoorbeeld een schilderij van een landschap, niet verwijzen naar een landschap (dat lost allerlei grote representatieproblemen op, zo wordt de vraag of je niet-bestaande landschappen kunt schilderen ineens irrelevant) maar naar het concept van de schilder.

1 comment:

Alex Reuneker said...

Waarom zouden dit 'enige antwoorden' voor mij zijn? Wat je beschrijft is het standpunt dat ik gisteren innam.

Ik ben voldoende op de hoogte van wat je betoogt. Vanuit de linguïstiek is het bijvoorbeeld De Saussure die hetzelfde zegt als jij in het begin van je post. Een taalteken/-uiting verwijst naar een betekenis, die -tromgeroffel- nietbuitentalig is, maar zich in het taalsysteem bevindt, waarbij de individuele taalgebruiker (en dus spreker) een belangrijke rol speelt. 'Koe' verwijst dus niet naar een groot beest in de wei, maar naar het idee daarvan van de spreker. (dat ik het hier in het geval van objecten anders dan talige uitingen niet helemaal mee eens ben, zal ik aan het einde van dit commentaar wel opschrijven) Dit laatste gedeelte, de individuele taalgebruiker, is nog veel verder ontwikkeld in taaltheorieën (van bijv. Searle), maar daar zal ik je niet mee vermoeien.

Om een lang verhaal kort te maken, schuilt m.i. het verschil tussen onze hantering van de begrippen in je laatste zin. Zoals ik je al eerder aangaf, ben ik het voor dit moment even met je eens dat een representatie verwijst naar de het mentale concept van degene die de representatie vervaardigt. (wat je hier ook onder verstaat) Als je echter wat wilt met een kunstwerk, dan kun je een analyse doen op basis van wat er voor je lig:. een schilderij, een roman, een gedicht, whatever.

Echter, op het moment dat je je aan een interpretatie gaat wagen, kun je feitelijk niets met een representatie die verwijst naar een afwezige schilder/schrijver/dichter. De m.i. juiste en daarnaast werkbare stap om tot een interpretatie te komen, of tot een andere handeling die je uitvoert op basis van je ervaring met een representatie, is te onderkennen dat de representatie vanaf dat moment niet meer verwijst naar het concept van de schilder/schrijver/dichter, maar naar het concept dat jij verkregen hebt op basis van je ervaring. Eventueel is dit een concept dat je nog steeds baseert op de idee van het concept van de schilder, maar dat idee zit dan gevangen jouw concept ervan, en niet dat van de kunstenaar. En dat is volgens mij het punt waarop ik het niet met je eens ben.