Wednesday, March 28, 2012

Naar een bruikbare a-priori onderzoeksmethode

Te beargumenteren is, dat een a-priori onderzoek, dus een onderzoek waarvan de argumentatie bij de conclusies niet in empirie maar in logica wordt geworteld, conclusies oplevert die een overtuigender waarheidsclaim of geldigheidsclaim voorstaan dan een a-posteriori onderzoek, waarbij de conclusies voortkomen uit (herhaalde) waarneming. Ik wil die stelling nu niet beargumenteren maar als uitgangspunt gebruiken bij het formuleren van een voorstel voor een bruikbare a-priori onderzoeksmethode.

Een a-priori onderzoek vangt aan bij het opstellen van een logisch construct. Men zou zo'n logisch construct kunnen zien als een beperkte wiskunde, of een onafhankelijke grammatica. Belangrijk is, dat de logica van een solide construct intern of endosomatisch is, dat wil zeggen dat de logische kaders niet afhankelijk zijn of verwijzen naar systemen die ook buiten het bepalende construct gelden. Een logisch construct, als basis voor een onderzoek, incorporeert daarnaast een metamethode. Een metamethode controleert de logische constructen op geldigheid naar aanleiding van het genereren van argumenten bij een conclusie, en waarborgt daarmee de kwaliteit van de conclusies, tot op zekere hoogte.

Is een logisch construct opgesteld, dan is de mogelijkheid aanwezig om begrippen, soms zelfs slecht gedefinieerde, in het systeem te introduceren. Vergelijk dit met het maken van soep; het construct is de pan en de grote lepel, de begrippen zijn de ingrediënten. Er zijn net zoveel ingrediënten als er te definiëren begrippen zijn. (begrippen waarbij bij voorbaat kan worden vastgesteld dat ze niet voldoende te definiëren zijn, gegeven bepaalde maatstaven, vervuilen het construct) De ingrediënten worden door de onderzoeker bijgevoegd. Het kiezen/bijvoegen van ingrediënten (begrippen) vereist een grote creativiteit van de onderzoeker. Dat heeft te maken met het feit dat er net zoveel ingrediënten zijn als dat er voldoende te definiëren begrippen zijn, dus dat zijn er nogal wat. De resultaten, de smaak van de soep, zijn niet van te voren te voorspellen, dus er zijn geen hypothesen op te stellen. Dat voorkomt de introductie van covariaten die een onderzoek danig kunnen vervuilen.

Vraag is, of een universeel logisch construct is te formuleren. Naar mijn mening zijn er een aantal mogelijke soorten constructen, er zijn er die zijn gebaseerd op wiskunde, op grammatica of op logica, eventueel aritmetica. Wellicht is het type construct ook afhankelijk van de voorkeur van de onderzoeker. Conclusie zou dan zijn dat er tenminste twee variabelen zijn te formuleren in het kiezen van een logisch construct, enerzijds de kenmerken van de onderzoeker, en anderzijds de inhoudelijke eigenschappen van het onderzoek. Wellicht spelen procedurele eigenschappen van het onderzoek (is het onderzoek bijvoorbeeld definiërend, polemiserend of synthetiserend?) ook een rol.

Thursday, March 08, 2012

User Experience??

Mij valt op, dat in de ontwerppraktijk voor nieuwe media, ook voor mobiele media, het 'User Experience Design' een grote vlucht neemt, en welhaast een toverwoord is, alhoewel ik nergens een goede omschrijving kan vinden. Wie zich, als ontwerper voor nieuwe media, met uXd (creatieve afkorting van User Experience Design) bezighoudt, doet het bijna volautomatisch goed.
In de vaagte vermoed ik dat het betekent dat er iets te beleven moet zijn....De rare gedachte bekruipt mij ineens, dat het veel meer intellect en voorstellingsvermogen vereist om een interface te maken waar absoluut niets te beleven valt... probeer je dat maar eens voor te stellen. Daarenboven is de vraag gerechtvaardigd of een hogere/betere/echtere/... experience ook betekent dat de kwaliteit van de interface verhoogd wordt. Ik geloof dat ik dat betwijfel....

Dit alles in tegenstelling tot de actuele kunstpraktijk en die van curatoren van actuele kunst, die met alle macht de druk om tentoonstellingen met 'experiences' te programmeren, proberen te vermijden. Onderwijl doen ze hun beklag over het feit dat dit vermijden geen sinecure is, in deze tijd van cultuurscepsis, anomalie-angst en subtiliteitsfobie, zeker gezien de nakende subsidieopdrogingen. Een tentoonstelling met een experience leidt tot meer bezoekers en minder kwaliteit, en dat is een knieval voor de morrende massa van cultuurbarbarisme, zo luidt de impliciete redenering. Experience is dus een negatief begrip in de kunsten, een te vermijden aangelegenheid. Een experience-tentoonstelling wordt door curators vergeleken met een pretpark. Een tentoonstellingsplaats voor actuele kunst is immers geen efteling, een schilderij is nog steeds geen achtbaan. (hoe zit het dan trouwens met het werk 'The Weather Project' van Olafur Eliasson in de Tate Modern? Is dat geen efteling?) Gatverdarrie, een experience!

Een tegenstelling tussen vormgeving en beeldende kunst, lijkt mij. En, alhoewel beide disciplines met enige halsstarrigheid weigeren het begrip 'experience' met enige argumentatieve autoriteit uit de doeken te doen, leert de geschiedenis ons dat de actuele kunst altijd prevaleert boven de vormgeving. Ik wacht derhalve met spanning af. Vooralsnog verwacht ik binnenkort de eerste kunstenaar die een achtbaan ter bewondering in het Stedelijk plaatst, of een Bolle Gijs in De Pont.

Immersie 30

Een metafoor om uit te leggen wat het verschil is tussen intersubjectiviteit en communicatie:

Er zitten twee mannen in de kroeg. Ze drinken een biertje. De een zegt tegen de ander: "..ik voel me erg droevig vandaag".
Is er sprake van communicatie? Jazeker, de ene persoon communiceert naar de ander. Is er sprake van intersubjectiviteit? Nee, want de uitspraak die de eerste persoon doet is er een waarvan de waarheidsclaim is gbaseerd op een ego-autoriteit, namelijk de gedachte dat als je een uitspraak over jezelf doet, dat die uitspraak intrinsieke geldigheid bevat omdat je jezelf het beste kent. (Is dat terecht? Nee, dat denk ik niet, maar dat is in dit voorbeeld niet zo van belang) Dat wil dus zeggen dat de andere persoon niet betrokken wordt bij de validatie van de uitspraak en dus niet deelneemt aan het subjectieve proces, waardoor geen intersubjectiviteit ontstaat.

Er zitten twee mannen in de kroeg. Zegt de een tegen de ander: "..Jij voelt je erg droevig vandaag!" Communicatie? Ja, zeker. Intersubjectiviteit? Ook. De een maakt een evaluatieve opmerking over de ander, die door de ander gevalideerd kan worden. Zo ontstaat een intersubjectieve relatie. Ook als de een een evaluatieve opmerking maakt over iets anders, waar de ander op kan reageren, is sprake van intersubjectiviteit. (en communicatie)

Een derde begrip, naast communicatie en intersubjectiviteit, is interactie. Daar kom ik later op terug. Nog later zal ik proberen het belang van deze drie begrippen voor immersie te duiden.

Wednesday, March 07, 2012

Schilderij voltooid


Een schilderij van 1.40 bij 1.90, voorstellende een oude vergeten God (denk ik)
De afbeelding is gebaseerd op een sculptuur van een Joodse rabbi aan het westportaal van een Duitse kerk. Ik heb de kop enorm vervormd en de uitdrukking geheel veranderd. Het is niet meer met de sculptuur te vergelijken. Ook het licht heb ik behoorlijk gedramatiseerd.