Saturday, March 28, 2009

En daar hangt hij dan!

Schilderij in het Van Abbe in Eindhoven


In het kader van "Het Vierkante Ei" kom ik een schilderij brengen naar het Van Abbe Museum in Eindhoven.

Friday, March 27, 2009

Sunday, March 15, 2009

Reaktie op Ankersmit van Alex Reuneker

Alex Reuneker schrijft:
Giacomo schrijft:

"Als ik het goed begrijp stel jij, als reactie op Ankersmit, dat het verleden kenbaar is omdat de kunst van mensen als Rembrandt jou kan vertellen hoe het leven van hun maker is geweest."
Niet helemaal, want ik kan natuurlijk niet stellen dat het verleden in objectieve zin kenbaar is door het bekijken van werken van Rembrandt, (dat kan wel door schaaltjes en interieurs in zijn werk te bestuderen, en dat te relateren aan bodemvondsten of zo, maar daar doel ik niet op) maar wel dat ik Rembrandt zelf, als persoon, een beetje kan leren kennen. Je ziet als het ware de persoon Rembrandt in zijn oeuvre gereflecteerd. Daarmee ontstaat enerzijds een blik op hoe het is om een 17e eeuwse Rembrandt te zijn, anderzijds een blik op hoe het is om mens in universele, tijdloze zin te zijn. Dat laatste was overigens geen onderwerp van mijn kritiek op Ankersmit.

"Hiervoor moet je in dialoog gaan met zijn (even Rembrandt als voorbeeld nemende) oeuvre. Afgezien van de vraag of het verleden, of enige tijd, kenbaar zou zijn door intersubjectieve relaties met anderen aan te gaan, vraag ik mij af in hoeverre je in dialoog gaat met het oeuvre van Rembrandt, en niet met je eigen idee van het oeuvre van Rembrandt."
Ik denk dat dat afhankelijk is van de manier waarop je naar kunst kijkt. Wanneer je een kunstwerk benadert met een bepaalde vooringenomenheid of met een set ideeen, dan kan geen intersubjectiviteit ontstaan. In de meeste (goede) kunst, van welke discipline dan ook, worden bepaalde argumenten neergezet over bijvoorbeeld schoonheid of 'interessantheid', omdat een kunstenaar alleen datgene toont waarvan hij denkt dat het interessant is om naar te kijken of in te participeren. Deze zaken zijn universeel menselijk, maar de invulling daarvan is afkomstig van de kunstenaar en in zekere zin ook uit de periode waarin hij leefde. Zo is het mogelijk om van Jan van Eyck te vernemen hoe men in zijn tijd over esthetica, ethiek etc. dacht, maar ook en vooral hoe van Eyck daar zelf over dacht.

"Ik denk dat de boodschap die de kunst je vertelt (je stelt immers dat 'Rembrandt' je iets vertelt), een boodschap is die deels aanleiding heeft in het object zelf (en niet zozeer in de intentie van de maker), maar ook voor een (misschien wel groot) deel tussen het object en het subject bestaat. Hetgeen het kunstwerk jou wil vertellen is naar mijn idee grotendeels wat jij projecteert op jezelf als zijnde de intentie van de maker. Hier is altijd context, en dus tijd, mee gemoeid. Dit zou dan, omdat je in dialoog bent met je eigen constructie van het geen het kunstwerk je wil vertellen, vooral je eigen context zijn. Waardoor je dialoog je meer over jezelf en het heden vertelt, dan over het verleden."
Beeldende kunst bevat nooit een boodschap, maar een visie. Het gaat hier om het soort visie dat niet in bewoordingen is te vatten, maar wel in visuele, auditieve of tekstuele metaforen. In een kunstwerk zie je dus niet zozeer de intentie van de maker, dat zou banaal zijn, maar, in bepaalde en beperkte opzichten, de maker zelf.
Soms vrees ik, dat je zelf beeldende kunst moet maken, om een dergelijke vorm van intersubjectiviteit met kunstwerken van anderen te kunnen ondergaan. (ik hoop dat niet, want dat zou de kunst onoverkomelijk elitair maken) Als je schildert maak je bepaalde keuzes, die voortkomen uit je persoonlijkheid en de tijdgeest. Het gaat om keuzes die te maken hebben met wat interessant is of esthetisch of zo. Die keuzemogelijkheden zijn, door de gehele kunst heen, dezelfde. Dat komt omdat het medium hetzelfde is gebleven. Alleen de kunstenaar en de tijd is anders. Toch stond Jan van Eyck voor dezelfde keuzes als Pablo Picasso. Daarom zouden ze een dialoog kunnen aangaan door elkaar met hun werk te confronteren.

Wednesday, March 04, 2009

Ankersmit

Frank Ankersmit, geschiedsfilosoof, betoogt in zijn boek 'De Sublieme Historische Ervaring' dat het verleden onkenbaar is, omdat de mensen die in dat verleden leefden, nu niet meer leven, en we dus geen intersubjectieve relatie met hen meer kunnen onderhouden. Ons rest niets anders dan relikwieen uit voorbijgegane perioden, objecten die ons objectieve zaken kunnen leren, maar geen subjectieve. Het verleden laat zich niet kennen, omdat het voorbij is. Wanneer we de geschiedenis bestuderen, vervaardigen we een intellectuele reconstructie, gebaseerd op feiten en archaeologische vondsten.

Daar ben ik het niet mee eens. Aangezien beeldende kunst functioneert als een reflectie van een subject, en niet als een object, zoals ik op deze blog al eerder betoogde, is het, zij het beperkt, mogelijk om intersubjectieve relaties aan te gaan met mensen uit de geschiedenis. Ik schreef al eerder dat een gang naar een museum voor mij werkt als een bezoek aan mensen, sommige mensen zijn mijn vrienden, (Gerhard Richter) anderen zijn vroeger mijn vrienden geweest maar nu niet meer, (Salvador Dali) soms maak ik nieuwe vrienden, (Neo Rauch) maar het belangrijkste is dat ik met al deze 'mensen' in dialoog kan geraken, ook al zijn het slechts subjectieve reflecties van die mensen en zijn de mensen zelf al lang niet meer onder ons. Zo kan Rembrandt mij vertellen hoe zijn leven destijds is geweest. Om dat te bereiken hoef ik slechts in dialoog te gaan met zijn oeuvre.