Tuesday, December 16, 2008

Empathische kunst; een reaktie

Het is moeilijk om iets te vertellen over een onderwerp dat verschrikkelijk is, zodanig dat de luisteraar die verschrikking ook ‘voelt’. Van Alex kreeg ik een artikel (Holocaustje Spelen, uit: Herbeleving Historisering en verbeelding van de Holocaust; Ernst van Alphen, 2004) waarin dit verschijnsel nader wordt geanalyseerd aan de hand van beeldende kunst en onderwijskundige ontwikkelingen. Geponeerd wordt de stelling dat de klassiek schoolse benadering van lineaire kennisontwikkeling tot een ‘meester’-niveau (zoals Hegel dat volgens de auteur voorstelde) niet volstaat en leidt tot saaiheid. (denk aan de holocaustlessen op de middelbare school) Ik twijfel aan de stelling dat deze leermethode herleidbaar is naar de dialectische kennisbenadering van Hegel, maar dat is een andere discussie. Belangrijker is de door Van Alphen geponeerde stelling dat het laten beleven van de Holocaust efectiever wordt gedaan door ‘speelgoedkunstenaars’, bijvoorbeeld door het tentoonstellen van kleurplaten met SS-ers er op, (Ram Katzir) of een Lego-doos waarmee een concentratiekamp kan worden gebouwd. (Zbigniew Libera) Volgens de kunstkritiek behoort deze ‘speelgoedkunst’ tot de rhetorische kunst, of literaire kunst, (waartoe bijvoorbeeld ook Carel Willink behoort) dat wil zeggen dat in de kunstwerken gebruik wordt gemaakt van rhetorische vormen om een vooringenomen, meestal evaluatieve en sensitieve, boodschap over te brengen. De rhetorische vorm die Katzir of Libera gebruiken is die van het contrast, dat wil zeggen dat je de toeschouwer in een bepaald verwachtingspatroon brengt (kleurplaten en lego-dozen zijn onschuldige dingen voor kinderen) dat tegengesteld is aan datgene wat je eigenlijk wilt vertellen, zodat dat laatste harder aankomt. (yin in yang verpakken) Dit principe is door Aristoteles beschreven in zijn 'Rhetorica'.

Ik ben persoonlijk niet zo gek op rhetorische kunst, omdat het enkelvoudig en temporeel is, en voorbijgaat aan het metafysische karakter dat de kunst nu juist zo speciaal maakt. Daarnaast is het de vraag of een dergelijke rhetorische vorm werkelijk het beoogde effect dient, het zou immers zo maar kunnen dat na het schok-effect geen belevingsmoment plaatsvindt. Als je het truukje doorhebt is het kunstwerk als het ware uitgewerkt. Vergelijk het met een rebus.

In mijn ogen is de methode van Claude Lanzmann (Shoah) de meest effectieve om een beschouwer in de gelegenheid te stellen zich in hoge mate emphatisch te verhouden tot het niet-feitelijke aspect (het verschrikkelijke) van de Holocaust.

No comments: