Thursday, June 04, 2009

Hoe verder met de schilderkunst?

De volgende stelling is verdedigbaar: schilderkunst bestaat uit een afbeelding (of een plaatje of een voorstelling) en een medium. (het medium ‘schilderij’)

Sinds de uitvinding van de fotografie, en daarnaast de film, heeft de schilderkunst niet meer het alleenrecht op het tweedimensionaal afbeelden. Kwantitatief is de schilderkunst door de fotografie achterhaald, zeker na de introduktie van de digitale fotografie, maar ook kwalitatief heeft schilderkunst de strijd om de afbeelding verloren.
Geef een kind een eenvoudige digitale camera en hij kan in een half uur meer plaatjes schieten dan Rembrandt in zijn leven schilderde; en wat belangrijker is: diegene die probeert te bewijzen dat, gezien de huidige stand van de beeldende cultuur, de kwaliteit van het oeuvre van Rembrandt hoger is dan de kwaliteit van de foto’s van het kind, gaat een zeer zware tijd tegemoet. Nog moeilijker is het, om aan te tonen dat schilderkunst per definitie een hogere kwaliteit voorstaat dan fotografie, dus hogere kwaliteit uitsluitend omdat schilderkunst wordt gebruikt. Omdat schilderkunst in ambachtelijke zin een moeizamer medium is dan fotografie ligt de bewijslast voor een hogere intrinsieke kwaliteit bij de schilderkunst en niet bij fotografie. Dat is nog een extra complicatie.

Het medium ‘schilderij’ is in de loop van de kunstgeschiedenis volledig onderzocht. De grenzen van het medium zijn bereikt en bepaald. Je zou kunnen stellen dat de Shaped Canvases van de Post-Painterly-Abstraction, rond 1960, de laatste mediale vernieuwing was, maar met meer gemak kun je aantonen dat de mediale eigenschappen van de schilderkunst al uitputtend besloten liggen in het ‘Lam Gods’ van Jan van Eyck, uit 1432. (met wat goede wil kan men zich zelfs voorstellen dat in dat werk ook 'shaped canvases' voorkomen)

Het laatste mysterie van de schilderkunst in het licht van bovenbeschreven dualiteit, is die van de relatie tussen medium en afbeelding. Het oeuvre van Gerhard Richter onderzoekt deze relatie met bijna bovenmenselijk doorzettingsvermogen en vastberadenheid. Het grijze vlak wordt op duizelingwekkende wijze bestudeerd, maar ook de penseelstreek, de kleur, en de relatie tussen schilderkunst en andere media als fotografie. (de schilderkunst als fotografie, zowel het schilderkunstige en fotografische aspect afbeelding als het mediale aspect fotografie nagebootst in het medium schilderkunst)

Als de schilderkunst dit alles heeft moeten prijsgeven aan andere, effectiever media, waarom bestaat zij dan nog? Met deze vraag worstelde men in de periode na het postmodernisme, dus grofweg van 1990 tot 2003. Omdat ikzelf deze vraag niet kon beantwoorden stond mij niets anders voor ogen dan de schilderkunst te verlaten. Dat heb ik ook gedaan, maar nu ben ik toch al weer enige jaren bezig. Gaandeweg kom ik op een punt dat ik de schilderkunst als autonoom creatief medium weer kan verdedigen.

Ik vermoed dat de schilderkunst een unieke positie heeft in de profilering met het verleden. Het is mogelijk om de schilderkunst te gebruiken als chronologisch universeel medium van concepten, omdat Rembrandt en Jan van Eyck gebruik maakten van hetzelfde medium, en dezelfde mogelijkheden. De erfenis van 3000 jaar schilderkunst wordt door mij niet als een last ervaren maar als de redding van de schilderkunst.

No comments: