Wednesday, December 07, 2005

Een Procedurele Definitie van kunst

Wanneer het begrip ‘kunstwerk’ procedureel wordt gedefinieerd, moet er van worden uitgegaan dat een kunstwerk een object is met een meerwaarde die het object ontstijgt. Het object zelf en de meerwaarde vormen samen een kunstwerk.
(hierover kan worden gediscussieerd, omdat ook voorstelbaar is dat een kunstwerk uitsluitend bestaat uit de meerwaarde, maar dat het object noodzakelijk is om die meerwaarde te dragen, dat wil zeggen, het object dient slechts als medium voor een meerwaarde. In dat geval is er voor het object geen plaats in de definitie.)
Van belang is te bepalen wanneer die meerwaarde in het object ingebed wordt. Ik zie daarin drie fasen:

1): Inspiratiefase. De kunstenaar heeft een idee, een concept, met daarin de vormkenmerken van het object en de meerwaarde die het object in zich draagt. Op het moment dat het object nog niet is vervaardigd, is de meerwaarde al geformuleerd.
Problemen:
Wanneer het mogelijk blijkt om reeds in de inspiratiefase zowel het object als de meerwaarde die het object tot kunstwerk maakt te definiëren, is het ook mogelijk die meerwaarde van het object te scheiden. Dat betekent, dat het vervaardigen van het object niets anders is dan een overbodige procedurele handeling. Op zijn best zou het een metafoor zijn van de meerwaarde, en het vermoeden bestaat dat de meerwaarde ook zonder het object zou kunnen bestaan.
Een object met een meerwaarde die tegelijkertijd ontstaat maken het kunstwerk niet dynamisch, in die zin dat de meerwaarde al vaststaat. Deze gedachte leidt tot het vermoeden dat kunstwerken slechts rebussen zijn, en zodra de rebus is opgelost verdwijnt ook de meerwaarde uit het kunstwerk, dat vanaf dat moment slechts bewonderd kan worden om zijn ambachtelijke kwaliteiten.

2): Ambachtelijke fase. De kunstenaar heeft een idee, een concept, met daarin de vormkenmerken van het object. Bij het vervaardigen van het object naar de vormkenmerken die de kunstenaar in de inspiratiefase formuleerde, sluipt de meerwaarde in het object. Men kan zover gaan in deze gedachte dat men kan zeggen dat op het moment dat de meerwaarde in het object zit, het object voltooid is als kunstwerk.
Problemen: de kunstenaar moet ambachtelijk in staat zijn zijn concept te realiseren, en het medium moet geschikt zijn om het concept te kunnen bevatten. Daarom ben ik in de paragone een groot voorstander van schilderkunst. Dat medium is uitermate geschikt voor een grote verscheidenheid aan concepten.

3): Receptieve fase. Het concept is gerealiseerd in een medium en zal zich als mentaal subject gedragen bij de confrontatie met een beschouwer.

No comments: