Saturday, January 23, 2010

Immersie 3

De gedachte dat immersie een eigenschap of een bewustzijnstoestand van een persoon is, en dat een kunstwerk alleen maar een stimulator is (een 'prop', zoals Kendall Walton dat noemt, zie post 'immersie 2') stelt mij voor problemen. Ik ben nog altijd de mening toegedaan dat de effectiviteit, zelfs de existentiele voorwaarde, van beeldende kunst zich bevindt in de intersubjectiviteit tussen kunstwerk en beschouwer, dus noch in het kunstwerk, noch in de persoon van de beschouwer. Dat is een mening die ik via verschillende media heb verdedigd, ook in eerdere posts op deze blog.

De consequentie van het volgen van Walton in zijn definitie van immersie is, dat ik OF moet toegeven dat ik het mis had, en dat de existentiele waarde van kunst, en datgene wat het onderscheid bepaalt tussen zomaar een plaatje en een kunstwerk, niet zit in intersubjectiviteit maar eigenschap is van de beschouwer, OF ik zal moeten beargumenteren dat immersie geen noodzakelijke eigenschap is van beeldende kunst. Ik zal dan moeten verdedigen dat immersie een middel is, geen doel, dat het immersieve element wel degelijk bij de gebruiker van het kunstwerk ligt, maar dat datgene wat kunst onderscheidt van fantasie of een plaatje, in de intersubjectieve processen plaatsvindt, en dus geen immersie is, maar iets anders.

Ik zal het laatste pogen. Daarmee wordt het begrip 'immersie' nog veel problematischer, omdat het in dat geval zelfs geen noodzakelijke voorwaarde is voor een object om als kunstwerk te worden geclassificeerd.

No comments: